De Koninklijke trein is – zoals de naam al doet vermoeden – bestemd voor uitsluitend Koninklijke passagiers. Tegenwoordig worden leden van de Koninklijke familie per auto, vliegtuig of helikopter vervoerd, maar dat was vroeger wel anders. Daarom waren de treinen in het verleden echte paleizen om te zien (binnenkant) Er bestaan zelfs Koninklijke wachtkamers.
|
Het rijtuig van Anna Paulowna |
Vanaf de opkomst van de spoorwegen – halverwege de 19e eeuw – werd ook voor mensen van Koninklijke bloede het reizen per trein als een aantrekkelijke, snelle en comfortabele manier van reizen ervaren. Daarom werden al snel de speciale Koninklijke treinen voor vorstelijke personen gebouwd. Vaak waren dit salonrijtuigen en/of slaaprijtuigen, evenals begeleidende rijtuigen, zoals bagagerijtuigen In Duitsland en Engeland hadden de vorsten aan het begin van de 20e eeuw beschikking over vele tientallen Koninklijke rijtuigen, waarmee lange Koninklijke treinen werden gevormd, die voor lange treinreizen werden gebruikt. Ook in Nederland kon de Koninklijke familie sinds halverwege de 19e eeuw beschikken over eigen rijtuigen.
De Nederlandse Koninklijke familie heeft veel gebruik gemaakt van de trein. Al in 1839 reisden de eerste Oranjes per spoor. Sinds die tijd zijn verschillende rijtuigen voor hen gebouwd. Uit 1864 dateerde het rijtuig Sr1, gebouwd voor Anna Paulowna, vrouw van Koning Willem II. Dit rijtuig deed dienst tot 1903. In dat jaar kreeg Koningin Wilhelmina beschikking over een nieuwe Koninklijke trein, bestaande uit twee salonrijtuigen, een bagagewagen en een keukenwagen. Deze hadden de nummers 1 - 5. Zij deden dienst tot 1940 en zijn na de Tweede Wereldoorlog wegens oorlogsschade niet meer gebruikt en sleten hun laatste dagen als dienstwagens.
Het treinongeluk van Wilhelmina
In 1917 ontsnapte Koningin Wilhelmina aan een treinongeluk bij Houten. Zeven wagens werden uit de rails geslingerd, maar de salonwagen waarin zich de Koningin bevond bleef min of meer overeind. Wilhelmina bleef niet in de coupé zitten, maar liep met een verbandtrommel rond om gewonde mensen te helpen.
|
De trein van Wilhelmina |
|
De Koninklijke trein ontspoord.. |
Verbouwingen salonrijtuigen
|
Wilhelmina arriveert op het Amstelstation (1948) |
Na de oorlog kwam er uiteindelijk weer een nieuwe Koninklijke trein, die uit maximaal vier Koninklijke rijtuigen zou bestaan, met de nummers 6 - 9. Vanaf januari 1948 kon Koningin Wilhelmina weer over een eigen koninklijk rijtuig en een bijbehorend bagagerijtuig beschikken (NS 6).Salonrijtuig NS 7, werd speciaal hiervoor door Allan Rotterdam verbouwd uit salonrijtuig WSP 2748 van de CIWL, gebouwd in 1926. Deze twee rijtuigen bleven na de troonswisseling nog enkele jaren in gebruik en werden aangevuld door salonrijtuig NS 8 voor Prins Bernhard en de vier prinsessen in 1953, verbouwd uit rijtuig AB 7522 uit 1932, en salonrijtuig NS 9 voor Koningin Juliana in 1955, verbouwd uit rijtuig AB 7546 uit 1933. De rijtuigen NS 6 en NS 7 werden in 1966, 1959 buiten dienst gesteld. Sinds de jaren tachtig werd het Plan K-rijtuig (Plan K is een rijtuigserie, die tussen 1957 en 1984 ingezet door de Nederlandse Spoorwegen.)AB 7376 tussen 1984 en 1993 gebruikt als begeleidingsrijtuig van de Koninklijke trein.
Na het aantreden van Koningin Beatrix werden de verouderde rijtuigen NS 8 en NS 9 in 1993 vervangen door een nieuw salonrijtuig, de NS 10. De beide oude rijtuigen gingen naar het Nederlands Spoorwegmuseum in Utrecht. Het
koninklijke rijtuig NS 10 is een verbouwd rijtuig ICR-4. Toen begin jaren '90 de oude rijtuigen van de Koninklijke trein vervangen dienden te worden, besloot men gezien het toenmalige overschot aan eerste klasse rijtuigen een bestaande Intercityrijtuig te verbouwen tot koninklijk rijtuig. Dit werd rijtuig 50 84 10-70 647-9, dat in 1992 door Talbot verbouwd werd en het computernummer 61 84 89-70 003-8 kreeg. Het rijtuig heeft twee slaapkamers met twee bedden en een bureau. De grote salon in het midden van het rijtuig heeft een grote tafel met 6 stoelen, 4 comfortabele stoelen een kleine tweepersoons bank en twee tafels. Verder bevat het rijtuig een keuken en een kleine slaapkamer.
Op de Koninklijke trein rijdt vast personeel mee, NS medewerkers die speciaal voor de functie van machinist of conducteur worden gevraagd. De trein staat in Utrecht en wordt meerdere keren per jaar onderhouden. Beatrix wil niet, zoals in Engeland gebeurt, dat de Koninklijke trein wordt verhuurd aan organisaties.
Koningin Juliana koos na de Tweede Wereldoorlog, waarin de royaler uitgevoerde trein van haar moeder Wilhelmina verloren ging, voor een degelijke maar sobere inrichting van de twee rijtuigen die voor haar, Prins Bernhard en de vier prinsessen werden ingericht. Er kon huiswerk worden gemaakt op weg naar de
wintersportvakantie in Lech, de prins had een werkruimte met telefoon.
|
Ontvangstkamer en keuken van Juliana's trein |
Einde tijdperk Koninklijke trein
De Koninklijke trein wordt tegenwoordig zelden gebruikt. Wel tijdens Koninginnedag in 1999 – toen de Koninklijke familie per trein naar Houten reisde - en met de viering van de
60e verjaardag van de Koningin, maar meestal worden auto’s, helikopters en vliegtuigen gebruikt. Een enkele keer – zoals voor de opening van de Betuweroute in 2007 – kwam de koningin per trein naar Barendrecht. Ten slotte werd de NS 10 gebruikt op 14 april 2010 voor de opening van de tentoonstelling 'Royal Class' in het Spoorwegmuseum, en daarin ook opgenomen, maar moest toevallig daar al een dag later vertrekken om gebruikt te worden voor een ritje naar Denemarken. (verjaardagsviering Koningin Margrethe) Omdat vliegverkeer op dat moment niet mogelijk was als gevolg van de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull werd door Koningin Beatrix uitgeweken naar het koninklijke rijtuig dat met een reguliere internationale trein de rit van Utrecht naar Kopenhagen maakte. Na terugkeer in het museum stond het rijtuig nog bijna vijf maanden te midden van allerlei historische Koninklijke rijtuigen uit diverse Europese landen.
|
Enkele interieurfoto's van het Koninklijke rijtuig anno 2012. |
Koninklijke wachtkamers
Nederland had ooit vijf Koninklijke wachtkamers: Den Haag HS, Den Haag SS (nu te zien in het Spoorwegmuseum), Amsterdam CS, Baarn (oorspronkelijk zat deze wachtkamer in station Soestduinen) en in Apeldoorn. Verder was er nog een Koninklijke wachtgelegenheid in Vlissingen. Paleis Het Loo (bij Apeldoorn) heeft zelfs een eigen spoorlijntje gehad voor de Koninklijke familie.
Op de website van de NS zijn enkele wachtkamers
virtueel te bewonderen.