Wilhelmina 1880-1962 – V | De Oranjes

vrijdag 11 januari 2013

Wilhelmina 1880-1962 – V

1901-1905



De Eerste en Tweede Kamer gaan in januari 1901 akkoord met het voorgenomen huwelijk van Wilhelmina en Hendrik. Prins Hendrik krijgt het Nederlands staatsburgerschap en wordt op 6 februari tot prins verheven. Een dag later – 7 februari 1901 – trouwt het stel. In de ochtend vindt het burgerlijk huwelijk plaats in Paleis Noordeinde. Minister van Justitie, mr. Pieter Cort van der Linden, treedt op als ambtenaar van de Burgerlijke stand. Nadat de akten zijn ondertekend, spreekt hij het bruidspaar toe: “Van uw wiegje af heeft het Nederlandse volk u, zijn lieve koningskind, zien opgroeien onder de hoede van uw geëerbiedigde en beminde moeder. En thans viert het met u het hooggetijde van uw leven, met de bede in het hart, dat u en uw gemaal alles beschoren moge zijn wat een mensenpaar gelukkig kan maken”.


Rond de middag gaat het pasgetrouwde stel per Gouden koets naar de Grote Kerk voor de kerkelijke inzegening. De mensen langs de kant zijn uitbundig en beleven de dag van hun leven. In de kerk gaat het er wat ingetogener aan toe. Hofprediker Dominee van der Flier zegent het huwelijk van de Koningin en de prins in. Onder de acht getuigen bij het huwelijk waren twee familieleden, Hendriks halfbroer hertog Paul Frederik van Mecklenburg en Wilhelmina’s oom vorst Frederik van Waldeck-Pyrmont; drie leden van de hofhouding, Wilhelmina’s adjudant-generaal jhr. Gustave Marie Verspijck, haar opperkamerheer Karel Jan Gijsbert baron van Hardenbroek en Charles Henri Félix graaf Du Monceau, de chef van het Militaire Huis; de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, Albertus van Naamen van Eemnes en Johan George Gleichman, en de vicepresident van de Raad van State, jhr. Johan Willem Meinard Schorer. Ook de moeders van de bruid en bruidegom, Emma en Prinses Marie van Schwarzburg-Rudolstadt, waren uiteraard aanwezig, samen met vele andere gasten.

Na afloop van de kerkelijke inzegening gaat het getrouwde paar terug naar Paleis Noordeinde, waar Koningin-moeder Emma haar dochter en schoonzoon toesprak tijdens de lunch: “Vol vertrouwen sta ik mijn kind af aan de man harer keuze. Ik weet dat hertog Hendrik, nu prins der Nederlanden, zal delen in de liefde die het getrouwe Nederlandse volk de koningin en mij toedraagt. Die overtuiging geeft mij kracht in dit voor mij gelukkig maar moeilijke ogenblik.”

Ernstig ziek en vijf miskramen

Pas op 5 maart 1901 krijgt het land weer iets van Wilhelmina en Hendrik te horen, als ze een officieel bezoek brengen aan Amsterdam. Nederland wacht vol spanning of een nieuwe wens in vervulling zal gaan. Komt er een nieuwe Oranje generatie? Dat nieuws laat lang op zich wachten. In het voorjaar van 1902 wordt de koningin tijdens een verblijf op Het Loo getroffen door een zeer ernstige vorm van tyfus, waarbij zij haar ongeboren kind verliest. Dagen lang ligt ze met hoge koorts in bed. De ziekte werd steeds erger, tot het op een gegeven moment levensbedrijgend was voor de koningin. Er werd zelfs al overlegd wie er Wilhelmina moest opvolgen als ze zou overlijden. De opvolger zou haar Duitse achterneef worden.. Gelukkig ging het op een duur weer beter met Wilhelmina, maar in de  jaren die verstreken nam de onzekerheid of er nog een baby zou komen toe. Wilhelmina kreeg namelijk nog vier miskramen..

Wilhelmina, gefotografeerd ter gelegenheid van haar 5-jarig jubileum als koningin in 1903:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten