Wilhelmina 1880 – 1962: XIII | De Oranjes

zaterdag 16 augustus 2014

Wilhelmina 1880 – 1962: XIII

1941-1945 

Koningin Wilhelmina groeide in de oorlogsjaren uit tot ‘symbool van het verzet’. Via Radio Oranje sprak ze de Nederlanders regelmatig moed in. Uiteindelijk zou ze bijna vijf jaar niet in haar geliefde Nederland komen. 


Bezoek aan de Prinses Irene Brigade. Foto's: © RVD
Omdat Londen vanaf september 1940 regelmatig gebombardeerd werd, was het ook daar niet zo veilig voor Koningin Wilhelmina. Haar huis op Eaton Square werd vervangen door een kleiner huis op Chester Square 77, waar ook het kantoor van prins Bernhard voortaan was. Ondanks de goede bewaking van de Koninklijke Marechaussee verhuisde Wilhelmina eind oktober 1940 opnieuw. In Stubbings House - een groot 18e-eeuws huis in Stubbings, dat ten westen van Maidenhead ligt in het Engelse graafschap Berkshire – zou zij uiteindelijk de rest van de oorlog blijven. Koningin Wilhelmina ontving op Stubbings House regelmatig zogenoemde ‘Engelandvaarders’. Engelandvaarder werd de erenaam voor alle mannen en vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), na de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten op 15 mei 1940 en vóór de geallieerde invasie in Normandië op 6 juni 1944 (D-Day), uit bezet gebied wisten te ontsnappen met de bedoeling zich in Engeland of ander geallieerd gebied bij de geallieerde strijdkrachten aan te sluiten om actief aan de strijd tegen de vijand (Duitsland, Italië, Japan) deel te nemen. De Koningin maakte met hen een wandelingetje door de tuin, en als ze de mensen binnen ontving, zorgde ze ervoor dat iedere tafel voorzien was van een lege stoel zodat ze steeds van tafel kon wisselen om met hen allemaal te praten.

Een 'strooibiljet'
Ondanks haar ‘veiligheid’ in Stubbings House, werd door de regering overwogen door te reizen naar Canada of de Verenigde Staten. De reden was dat minister Van Kleffens geen vertrouwen had in de Engelse verdediging. Wilhelmina zelf wilde zolang mogelijk in Engeland blijven terwijl ook de Amerikaanse president Roosevelt aan haar had aangeboden naar Amerika te reizen. Amerika was neutraal in de oorlog en het verblijf daar zou de regering én Wilhelmina minder belemmeren in de oorlogsvoering. Een van de redenen om toch in Engeland te blijven was omdat de Engelse Koninklijke familie ook bleef. Gedurende de oorlog sprak Koningin Wilhelmina het Nederlandse volk voornamelijk via radiotoespraken toe. Ook zijn er vijf proclamaties (afkondigingen) verschenen. Verder wilde ze graag zelf van de mensen horen hoe de situatie in Nederland was. Behalve de ‘Engelandvaarders’ sprak ze ook met andere Nederlanders in de tuin van Stubbings House. Ze moest het doen met deze getuigenissen. Zelf zou ze pas jaren later het deels verwoeste land weer terugzien.

Met haar schoonzoon Bernhard bouwde ze in die jaren een sterke band op. Behalve op zakelijk gebied, was hij ook een grote steun voor de Koningin die net als hem ook vaak aan de kinderen moest denken. Op haar bureau had Koningin Wilhelmina A4-grote foto’s staan van Juliana, Bernhard en de kleinkinderen. Pas in juni 1942 durfde ze het aan om haar dochter en kleinkinderen te bezoeken in Canada. Het gemis was groter dan haar vliegangst.

Foto: ©  J.M. Rousel/RVD

Ze bleef uiteindelijk bijna twee maanden, en combineerde haar speeluurtjes met Trix en Ireentje met een bezoek aan president Roosevelt. Ze sprak hem over de organisatie van de naoorlogse vrede en sprak ook het Amerikaanse Congres in Washington toe. Ook bracht ze een bezoek aan een zeemanshuis in New York. Kort nadat Koningin Wilhelmina via een radiotoespraak de hervorming van de verhoudingen met Nederlands-Indië aankondigde, werd ze vanuit Canada gebeld dat haar derde kleindochter was geboren. Het meisje kreeg de naam Margriet wat verwijst naar de laatste bloemen die Koningin Wilhelmina in de tuin van het Loo zag, vlak voordat ze het land moest verlaten. Een beeld dat ze mee naar Engeland nam, en wat haar dochter en schoonzoon dus op een idee bracht voor de naam van hun derde dochter. De tweede naam Francisca verwijst naar vrijheid, naar de diepe wens weer te kunnen leven zonder vreemde overheersing. Op 29 juni 1943 werd de kleine Margriet gedoopt in de St. Andrews Presbyterian Church in Ottawa. Ook Koningin Wilhelmina woonde de doopdienst bij. Net als veel andere hoogwaardigheidsbekleders.

Op 14 oktober 1943 ontving Koningin Wilhelmina een eredoctoraat aan de Oxford universiteit. Voor deze gelegenheid was ook Prinses Juliana naar Engeland gekomen. Aansluitend inspecteerde de Koningin de aangetreden erewacht. Kort daarna ontving ze ook de leden van de Prinses Irene Brigade in Stubbings House én had ze inmiddels ook zelf de smaak te pakken om naar de VS te vliegen. Zo bezocht ze er eind ’43 de leider van China en zijn vrouw, samen met dochter Juliana. In de herfst van 1944 werd Zuid-Nederland eindelijk bevrijd. Wilhelmina kon niet wachten om een bezoek te brengen aan dit bevrijde deel van het land, en had ook plannen zich daar te vestigen. Maar de Nederlandse regering vond dat de veiligheid van het staatshoofd nog onvoldoende was gewaarborgd. In het najaar arriveerde Prinses Juliana wel voor korte tijd in Londen. Na het succesvolle landen van de geallieerde troepen in Normandie kwam de prinses naar Londen in de hoop dat de oorlog spoedig voorbij zou zijn. Op het vliegveld werd ze hartelijk ontvangen door haar moeder.
Bezoek aan 'Oranjehaven'. Nederlanders in ballingschap. Foto's: ©  RVD
Het werd pas maart 1945 toen de Koningin een rondreis door de bevrijde zuidelijke provincies kon maken. Uit vrees voor een Duitse aanslag vonden de voorbereidingen ervan in het diepste geheim plaats. Op 13 maart arriveerde de Koningin in het Zeeuwse Eede. In deze grensplaats was bijna geen huis onbeschadigd de oorlog doorgekomen. Het publiek was zo onder de indruk van de bijzondere gebeurtenis dat er naar verluidt maar nauwelijks gejuicht werd. Koningin Wilhelmina overnachtte in Oostburg, waarvandaan ze nog Vlissingen bezocht.

Foto: ©  J.M. Rousel/RVD

Op uitdrukkelijk verzoek van de Koningin voer de auto niet de Koninklijke standaard maar de Nederlandse vlag. Al snel ging het gerucht dat de Koningin in Zeeland was en stonden er overal steeds meer mensen in dikke rijen te wachten. Ook in Noord-Brabant en Limburg stonden veel mensen en werd er gevlagd. Toch bleef de Koningin niet. Ze keerde terug naar Engeland waar ze via Radio Oranje bedankte voor de hartelijke ontvangst in de provincies. Op 2 mei keerde de Koningin samen met haar dochter Juliana weer naar Nederland terug. Ze brachten onder andere een bezoek aan Breda. Juliana ging daarna weer naar Ottawa. Zij zou uiteindelijk met haar dochters in augustus voorgoed terugkeren naar Nederland. In de proclamatie van 11 mei 1945 liet Wilhelmina weten: “ Landgenoten, Het uur der bevrijding is thans ook voor u aangebroken. Het ogenblik waarop ik en u met zoveel spanning en ongeduld gewacht hebben, is daar. Ik weet van de bittere beproeving, waaronder gij, afgesneden van een deel van ons vaderland, deze laatste maanden hebt geleefd. Die druk heeft thans een einde genomen. Ik weet ook van de bovenmenselijke moed, waarmede gij de zwaarste ontberingen hebt gedragen. Talrijke handen zijn uitgestrekt om het einde uwer noden zoveel mogelijk te bespoedigen, maar veel zal daarbij afhangen van uw rustige en eendachtige houding in de komende dagen. Werkt allen mede deze een rustig verloop te geven. Gehoorzaam stipt de bevelen van het geallieerde opperbevel, waarmee de regering een regeling heeft getroffen. Luistert naar de aanwijzingen van uw Nederlandse militair gezag, dat krachtens die regeling onder leiding en verantwoordelijk der Nederlandse regering zijn taak in overleg met het geallieerde opperbevel verricht. Ik hoop spoedig op Nederlandse bodem terug te keren om met mijn verantwoordelijke raadgevers de leiding van ’s Lands zaken weer op mij te nemen. Dat Gods zegen op u allen ruste. Nederland herrijst. Leve het vaderland!” 

De Koningin keerde niet direct terug naar Paleis het Loo. Ze weigerde het door de Duitsers uitgeleefde paleis te betreden. Er werd zelfs overwogen om het Loo af te breken. Tot april 1946 nam ze haar intrek in een huurhuis aan de Nieuwe Parklaan in Den Haag. Later verhuisde ze nog naar een villa aan de Waldeck Pyrmontlaan in Apeldoorn. Toch begon ze de ruimte te missen. Ze verlangde zó naar het paleis. Sindsdien zou ze nooit meer van woonlocatie veranderen.

In de zomer van 1945 vonden er in het hele land diverse feesten plaats. In Amsterdam en Den Haag stond vooral de terugkeer van Wilhelmina centraal. Op 26 juni bekeek de Koningin vanaf het balkon van Paleis op de Dam een bevrijdingsdefilé, en op 6 juli werd Wilhelmina met een feestelijke intocht officieel ontvangen in Den Haag. Voordat ze voor het eerst ook weer Paleis Noordeinde betrad, ontving ze van kinderen een grote bos bloemen. Per auto vertrok de stoet vervolgens naar het Regentesseplein waar men een zanghulde aan de Koningin bracht.



1 opmerking: