Zorgen om Prins Bernhard
De maanden voorafgaand aan de geboorte van Prinses Beatrix verliepen niet zonder zorgen. Op 29 november 1937 raakte Prins Bernhard betrokken bij een zwaar auto-ongeluk bij Diemen. Hij botste in zijn Ford Cabriolet met snelheid vol op een zandauto. Zijn hoofd sloeg door de voorruit en hij zat bekneld in de zwaar beschadigde auto. In het Amsterdamse Burgerziekenhuis werd vervolgens geconstateerd dat hij een zware hersenschudding, een schedelbasisfractuur, een paar gebroken ribben en een aantal hoofdwonden had opgelopen. Koningin Wilhelmina verhuisde samen met de hoogzwangere Juliana naar het ziekenhuis. Omdat ze eerder dan haar dochter op de hoogte was van het ongeluk belde ze vanuit het ziekenhuis voorzichtig naar haar op om het nieuws te melden. Daarbij ontstond de vrees dat door de schok Juliana een miskraam zou krijgen. Hoewel het aanvankelijk om één overnachting van Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana zou gaan, bleven ze uiteindelijk tot en met het einde van het jaar in het ziekenhuis. Gelukkig mocht Prins Bernhard op 5 januari het ziekenhuis verlaten. Prinses Juliana kon zich nu eindelijk ontspannen voorbereiden op de komst van de baby, die tussen 16 en 21 januari verwacht werd.
"Flinke dochter met blauwe ogen en blond haar"
Er ontstond veel stress onder de souvenir-fabrikanten toen op 30 januari de baby er nóg niet was. Nog één dag langer en alle januari-opdrukken zouden gewijzigd moeten worden.
Maar op 31 januari, 9.47 uur, was het dan zover. Er wordt een prinsesje geboren. 51 kanonschoten worden door het hele land afgevuurd. "De flinke dochter met blauwe ogen en blond haar" zoals ze omschreven wordt, werd op 1 februari door Prins Bernhard ingeschreven in het bevolkingsregister van Baarn.
De naam Beatrix Wilhelmina Armgard riep veel verbazing op. Volgens het hof stond Beatrix “in geen enkel verband met eenig familielid, maar is uitsluitend gekozen om de fraaie beteekenis van dezen Latijnschen naam: de gelukbrengende“. Juliana en Bernhard liepen hiermee voorop in de moderne naamgevingstrend, die in de jaren zestig pas echt zou doorbreken. Om diegenen die een meer traditionele naam wensten tegemoet te komen, had het hof al bij het bekendmaken van de namen opgemerkt dat de prinses, “zoo het haar goeddunkt“, later kon gaan regeren onder haar tweede naam Wilhelmina.
Béatrix
Ook de uitspraak van de naam Beatrix zorgde voor problemen. Professor B.M. Taverne stelde in een rede dat hij “al meenigmaal dien Latijnschen naam voor de microfoon verkeerd had horen uitspreken“. Op grond van het Latijn, betoogde hij, was de juiste uitspraak Beátrix en niet Béatrix of zelfs Beatríx, zoals sommige mensen zeiden. Het prinselijk paar was het niet met hem eens. Op 12 februari 1938 deelden Juliana en Bernhard het volk mee dat de naam van hun dochter moest worden uitgesproken met de klemtoon op de eerste lettergreep: Béatrix.
Prins Bernhard verspreidde in de maanden die volgden regelmatig foto's van zijn dochter en vrouw, maar op 30 april was iedereen welkom in de tuin van Paleis Soestdijk voor het defilé ter gelegenheid van Juliana's verjaardag.
De Koninklijke familie bekeek het defilè vanachter het raam, en ook Prinses Beatrix was erbij. Ze lag op schoot bij haar moeder. Een paar dagen later verscheen Prinses Juliana opnieuw weer in het openbaar toen ze in Doorn het huwelijk van Prins Louis Ferdinand en Grootvorstin Kira van Rusland bijwoonde. Juliana droeg een lange galajapon en een hoed met veer, dat ze een week daarna ook droeg tijdens de doopdienst van haar dochter.
Doop in de Grote of Sint Jacobskerk
Beatrix werd op 12 mei gedoopt in de Grote of Sint Jacobskerk in Den Haag. Mensen stonden massaal in de Haagse straten om de Gouden Koets voorbij te zien komen, of zaten thuis bij de radio waar ze de plechtigheid live konden volgen. "Klein kindeke" zoals de dominee het prinsesje noemde, liet tijdens de dienst regelmatig van zich horen. Zo werd het, vooral voor de luisteraars van de radio die geen beelden zagen, extra 'omlijst'.
Als officiële doopgetuigen waren aanwezig: Koning Leopold III van België, de Britse Prinses Alice van Albany (een nicht van Koningin Wilhelmina), Vorstin Elisabeth van Erbach-Schönberg (een tante van Koningin Wilhelmina), Allene gravin Kotzebue (een goede bekende van de moeder van Prins Bernhard) en Hertog Adolf van Mecklenburg (een oom van Prinses Juliana).
Na afloop van de dienst werd een foto gemaakt met alle doopgetuigen én namen Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana en Prins Bernhard op het balkon van Paleis Noordeinde een aubade in ontvangst.
Vakantie in Duitsland
In juli en augustus werd er vakantie gevierd. Eerst waren de prins en prinses met kleine Beatrix in Heiligendamm in Duitsland. Al sinds haar jeugd kwam Prinses Juliana in Heiligendamm, bij haar oom Adolf Friedrich zu Mecklenburg. In augustus gingen ze naar Aken, voor een bezoek aan Bernhard's moeder Armgard. Samen met Prinses Armgard bezoeken ze in deze periode onder andere het Concours Hippique in Aken. In Reckenwalde (heet sinds 1945 Wojnowo) sluit het jonge gezin de vakantie af met vrienden. Prins Bernhard maakte er enkele films, die tientallen jaren later, via 'NPO geschiedenis' nog eens verspreid zijn. Er werd veel gefeest en gezwommen. Aan het einde van de kleurenfilm is Prinses Beatrix in haar wieg te zien.
Verder kwam hoffotograaf Franz Ziegler die maand nog langs voor een fotoshoot met het jonge gezin. Om er een winters tintje aan te geven droeg Prinses Beatrix op één van de foto's een 'kerstpakje'.
Foto's: RVD
Met veel plezier plezier en kijk al uit naar de volgende jaren
BeantwoordenVerwijderen